Nicaragua en Costa Rica 2011

San Juan del Sur

San Juan del Sur is een typisch surfstadje waar ook wat meer houten huisjes staan. Het ligt aan de Pacific coast.

Zondagochtend zijn we (na een minuscuul regenbuitje!) met een jeep naar een strand ten noorden van San Juan del Sur gebracht. Hier hebben we een surfles van een uur gekregen en daarna konden we daar de rest van de dag surfen. De surfles ging erg goed. Na vier keer proberen kon ik op het surfboard blijven staan. Ik kan nu aardig met de (kleine) golven mee surfen. Hoe dieper je gaat hoe hoger de golven worden, maar dat is nog een stap te ver. In Costa Rica gaan we onze kunsten als het goed is nog verbeteren. Surfen is overigens een stukje zwaarder dan het lijkt. Niet zozeer door het surfen zelf, maar door het constante zwemmen en lopen door het water. Na drie runs van een klein uurtje was ik dan ook kapot. In verband met diefstalgevaar hadden we geen camera's meegenomen, dus we konden helaas geen foto's maken

Frown
.

Granada

Dinsdag na het ontbijt hebben we een busje richting Managua genomen. In de rij voor de bus probeerde een man geld uit mijn zak te rollen. Het lukte hem nog ook, maar ik had hem door en kon net op tijd zijn hand pakken. Toen liet hij het vallen en kon ik het weer oprapen. Er zat overigens maar 1 US Dollar in mijn zak, maar toch. In Managua zijn we direct overgestapt op de bus naar Granada.

Granada is een leuk klein stadje met een goede sfeer. Alle huizen e.d. hebben een andere kleur. Er is veel laagbouw en het stadje is overzichtelijk. Het ademt een wat koloniale rustieke sfeer uit. Het is qua uiterlijk een beetje een cliché Midden-Amerikaans stadje in mijn optiek, maar wel heel vrolijk en mooi. Er zijn hier veel toeristen omdat er veel Spaanse les gegeven wordt. Buiten het toeristencentrum is er wel veel armoede en zijn de wijken slecht. Het wordt dan ook afgeraden om daar te lopen dus dat doe we ook maar niet. In het toeristisch centrum liggen de huizenprijzen door de grote vraag van buitenlanders rond de 150.000 tot 200.000 US Dollar voor een klein huis! Voor een normaal optrekje dien je een klein half miljoen Dollar neer te leggen. How Bizar!
We slapen in een leuk hostel met een rustige binnentuin. Vanmiddag ben ik voor twee euro naar de kapper geweest. Het was echt een grappige man maar ik kon niet zo goed met hem praten omdat zijn Spaans wat onduidelijk was (en mijn Spaans nog niet bijzonder goed is). Ik zat op een soort draaistoel en werd steeds rondgeslingerd als hij buiten iets wilde laten zien (begrafenisstoet) of hij aan de andere kant van mijn hoofd moest zijn. Ik was even bang dat ik kaal zou worden door miscommunicatie maar het valt uiteindelijk mee.

Woensdag zijn we de hele dag op en rond de vulkaan Mombacho geweest. De Mombacho is een slapende vulkaan aan de rand van Granada. Door de erupties van duizenden jaren geleden is de grond van de vulkaan bijzonder vruchtbaar. Op de vulkaan alleen al groeien meer soorten planten en bomen dan in heel Engeland. Er wordt hier onder andere actief gezocht naar planten die als medicijn voor ziektes als kanker e.d. kunnen werken. Ook leven er heel veel soorten reptielen, amfibieën en andere beesten. Tussen de begroeiing door komt hier en daar ook nog hete stoom naar boven. De krater is 120 meter diep en nog onontdekt omdat niemand er in durft vanwege de hitte en de dieren die er (waarschijnlijk) leven. Vanaf de vulkaan hadden we een heel mooi uitzicht over de omgeving. Voor Granada liggen enkele eilandjes in het meer van Nicaragua. Deze eilandjes zijn gevormd door de voormalige krater van de vulkaan die bij een uitbarsting naar beneden is gevallen. Nu wonen er mensen op. Ook zijn we bij een koffieplantage geweest en hebben we het een en ander gezien van het koffieproces. Nu wil ik nog harder mijn eigen koffieplant voor thuis maar dat blijft lastig in Nederland.

In de middag hebben we een canopytour gedaan. Twee kilometer aan ziplines (kabelbanen) waren boven de bossen via zeventien plateaus aan elkaar verbonden. Onderweg konden we allerlei trucs doen zoals vliegen als Superman of een aapje. De canopytour was mooi en heeft leuke actiefoto's opgeleverd.

Donderdagochtend zijn we naar Laguna de Apoyo geweest. Dit meer is tweehonderd jaar geleden ontstaan in een krater van een dode vulkaan. Omdat de grond nog steeds heet is blijft het water van het meer warm. Hierdoor kan je er lekker in zwemmen. Ook is het water ietwat zout waardoor het een ‘helende' werking zou hebben. We hebben de ochtend doorgebracht in een soort ‘resort' dat in de krater gebouwd was. Hier konden we zonnen, lezen, hangmatten, kajakken, in een rubberband dobberen etc. In de krater zijn overigens meerdere dorpen gebouwd. Nadat we goed verbrand waren, zijn we teruggegaan naar Granada.

's Middags hebben we een bezoek gebracht aan Doña Elba Cigars in het centrum van Granada. Dit is een sigarenfabriek waar al meer dan zestig jaar met de hand sigaren gemaakt worden. De fabriek is vernoemd naar de moeder van de huidige eigenaar. Nadat uitgelegd was hoe het proces in zijn werk ging en we er even naar gekeken hadden was het tijd om een sigaar op te steken. Met een dikke sigaar in ons mond mochten we vervolgens zelf onze eigen sigaar rollen, persen en snijden. Uiteindelijk hebben we de sigaar meegekregen. Ook heb ik een klein doosje sigaren gekocht als herinnering. De sigaren die ze in het fabriekje maken hebben een kostprijs van nog geen 2 US Dollar. Ze worden (door handelaren in de VS) in de VS verkocht voor meer dan 10 US Dollar per stuk. Het rollen van een sigaar is overigens niet heel lastig. Het is wel een kunst om er 400 op een dag te kunnen rollen; wat de arbeiders daar kunnen.

Nadat we nog wat met de eigenaar gepraat hadden en onze sigaar op was zijn we op een terrasje een biertje gaan drinken. Op een gegeven moment kwamen er twee mannen met Spaanse gitaren en een vrouw met kastanjetets een liedje voor ons spelen. We wisten niet zo goed wat we er mee aan moesten maar hebben ze maar wat geld gegeven ervoor. Het was overigens een mooi en gezellig liedje maar ik verstond er verder niets van. Later bleek dat je ze meteen weg moet sturen als je niets wil horen. Weer wat geleerd! Het is overigens wel heel gezellig als mensen om de beurt een liedje bestellen. Dan hoor je de hele avond live muziek (wat op zich wel aardig gebeurd).

Vrijdag zijn we met een locale bus naar Masaya geweest. Prima verbinding en super goedkoop (9 Cordoba). De locale bussen zijn oude Amerikaanse Schoolbussen. Masaya, een stadje naast Granada, staat bekend om zijn markten. De oude markt is een ‘toeristen markt'. Daar was niet zo veel aan. Heel veel net niet mooie (nep)spullen voor te hoge prijzen. We zijn hier snel doorheen gewandeld en vervolgens doorgelopen naar Laguna de Masaya. Vanaf de rand van het meer hadden we een mooi uitzicht op de Masaya vulkaan. De Masaya vulkaan is nog erg actief en er komt vaak rook uit. Helaas niet toen wij er naar keken. In 2001 zijn er nog vele auto's geraakt door stenen toen de Masaya uitbarstte. De stenen die uit de krater gespuwd werden kwamen tot 500 meter ver. Onder aan de vulkaan schijnt ook continu lava te stromen, maar ook dat konden wij niet zien. Vervolgens zijn we naar de nieuwe markt gegaan. Dit is een lokale markt. Het was echt super groot, krap, laag, heet en vol. Overal hingen spullen/dode beesten. Het was op zich wel leuk om daar even rondgelopen te hebben, maar na een kwartiertje hadden we het wel gezien. Het was heel veel van het zelfde. Masaya zelf was een wat vieze, drukke, ongestructureerde stad waar niet veel te beleven viel. We hebben dus snel een bus terug genomen.

Terug in Granada hebben we een bezoek gebracht aan ‘Seeing Hands Blind'. Een project waarbij blinde en zeer slecht ziende mensen worden opgeleid tot masseur zodat zij in die zin in hun inkomen kunnen voorzien. Hier hebben wij ons ‘lekker' een uurtje laten masseren. Het deed namelijk nogal pijn op onze verbrande huid. Maar we hebben doorgezet want het is een mooi initiatief dat het zeker verdiend om gesteund te worden. Na de massage heb ik mij bij gebrek aan warm water laten scheren bij de kapper. Riant!

Léon

Met een minibusje zijn we in ruim een uur naar Leon gereden. Prima busje voor maar twee dollar per persoon. Leon is een relatief schoon stadje en is erg overzichtelijk. We hebben van buiten een aantal mooie kerken gezien. Omdat het zondag was konden we helaas nergens in. Alleen de centrale kerk en de botanische tuinen waren open dus die hebben we bezocht. De kerk was mooi, maar wel gewoon een kerk. De botanische tuinen stelden niet veel voor maar was wel goed onderhouden. Er stonden allemaal planten en bomen vanuit heel Nicaragua. 's Middags zijn we in slaap gevallen en we werden pas midden in de nacht wakker. Toen hebben we maar besloten door te slapen tot de volgende ochtend.

Maandag zijn we gaan volcano boarden! Met een tour van het Bigfoot Hostel zijn we in een oude vrachtwagen naar de Cerro Negro gereden. Hier moesten we met een zak met daarin een overal en ons volcanoboard drie kwartier omhoog klimmen (voor een ritje van dertig seconden naar beneden). Onderweg hadden we mooi uitzicht op de vulkaan, de kraters en de omgeving. De Cerro Negro is de jongste vulkaan van Nicaragua. Hij is in 1971 voor het laatst uitgebarsten. Je kon vanaf de vulkaan de lavastromen nog goed zien. Dat was echt mooi.

‘Volcanoboarding is a serious sport. No laughing, no screaming, keep your mouth shut or otherwise it will be filled with ash' aldus Athony de tourgide

Cool
. Een volcanobaord is een houten plank waarop je kan zitten met een touw om je aan vast te houden. De truc is recht te blijven zitten en er niet vanaf te vallen. Door met je voeten in het as te stampen kan je sturen en remmen. Gelukkig had ik mijn mond dicht want er kwam echt super veel as op mijn gezicht. Met een lasergun werd onderaan de vulkaan je snelheid gemeten. Ik ging 69 kilometer per uur. De tweede snelheid van onze groep. Het record was 72 kilometer per uur. Beneden viel ik op topsnelheid van mijn board af en sloeg een paar keer over de kop. Nu liggen mijn armen helemaal open en is het scherm van mijn fototoestel bekrast; maar het was het waard.

Na het boarden kregen we een biertje en twee mojito's. Daarna zijn we met twee Amerikanen, cocktails en bier gaan drinken. Het einde van de avond ben ik vergeten
Laughing
.

Aankomst in Managua, Nicaragua

Nadat de goede Will.i.am ons om 5 uur 's ochtends naar Schiphol had gebracht

Laughing
en na vluchten van tien en drie uur dan toch aangekomen in Managua, de hoofdstad van Nicaragua.

Omdat het hier niet zo veilig schijnt te zijn hebben we een airporttaxi naar het hostel genomen. Misschien maar goed ook want onderweg passeerden we meerdere krottenwijken. Het hostel waar we een nachtje verblijven lijkt overigens meer op een huis van bewaring dan een hostel. Geheel omheind met een grote muur welke weer is voorzien van prikkeldraad. Toen de receptioniste ons van de receptie escorteerde naar het gebouw waarin onze kamer zit nam zij een grote metalen staaf mee: ‘just in case'. Ze schijnen hier last te hebben van lijmsnuivers waardoor het: ‘not perfectly safe' is, aldus de receptioniste. Het is maar goed dat we hier niet langer blijven en na een nachtje slapen direct doorgaan naar Léon.